Kies een breed gespreid indexfonds tegen lage kosten, zorg dat je regelmatig belegt, blijf tot het einde zitten en je komt beter uit de strijd dan het grootste deel van de beleggers. Je kosten iets verlagen kan op de lange termijn voor een flink verschil in eindresultaat leiden, ondanks dat je dat op de korte termijn nauwelijks merkt. Vergelijk het met hardlopen, waar sprinters op de 100 meter dicht bij elkaar eindigen, maar degene die zijn strategie en fysiek het meest geperfectioneerd heeft er toch het vaakst met het goud vandoor gaat. Een verschil is dat beleggen geen wedstrijd is; iedereen heeft verschillende doelen, omstandigheden en risicovoorkeuren. Bovendien wint degene die zijn plan het het eenvoudigst heeft gemaakt en passief belegt juist het vaakst, in tegenstelling tot de sportwereld waar de sporter met de grootste inzet of het grootste talent gebruikelijk de winnaar wordt.

Eeuwig perfectioneren kan dus averechts werken, doordat je bijvoorbeeld blijft piekeren over een instapmoment of de fondsen waar je in belegt en hierdoor een hoop rendement mist (zoals ik een tijd lang heb gedaan). Kosten minimaliseren is een punt dat ik met regelmaat aanhaal, maar welke keuze maak je wanneer de kosten en beleggingen van fondsen dicht bij elkaar liggen?
Kostenverschillen
Een regel die ik op deze site meermaals heb aangehaald, is dus het laag houden van je kosten. Als je een fonds met 0,50% kosten vergelijkt met een fonds met 0,10% kosten, is dit een belangrijk verschil. Het eerste fonds houdt na tien jaar zonder rendement bij een belegging van 10.000 euro nog 9511 euro (=10.000×0,995^10) voor je over. Het tweede fonds houdt echter 9900 euro (=10.000×0,999^10) over. Die 400 euro kan je vast beter besteden dan jouw fondsbeheerder dat kan.
Wanneer dat kostenverschil geen 0,40% meer is, maar bijvoorbeeld 0,04%, is het kostenverschil wellicht al niet meer het belangrijkste punt in de vergelijking. Een fonds dat 0,14% kosten heeft, is bij eenzelfde vergelijking als hiervoor na 10 jaar nog 9860 euro waard. Dat scheelt niet veel met de 9900 euro die je bij 0,10% kosten overhoudt.
Wanneer bij een vergelijking de kostenverschillen tussen fondsen dus binnen een paar basispunten uitkomen (minder dan 0,05% verschil bijvoorbeeld) en je nog genoeg energie hebt om deze fondsen verder te vergelijken, zijn er nog wel wat andere punten die je keuze kunnen beïnvloeden.
Mijn portefeuille bestaat uit twee fondsen, de Vanguard Total Stock Market ETF (VTI) en de Vanguard Total International Stock ETF (VXUS). Hiermee heb ik gemiddeld minder dan 0,10% kosten per jaar en een wereldwijde spreiding over zo’n 9.700 aandelen. Ik had echter andere keuzes kunnen maken. Zo had ik in plaats van VTI (0,05% jaarlijkse kosten) de Schwab U.S. Broad Market ETF (SCHB, 0,03% jaarlijkse kosten) of de iShares Core S&P Total U.S. Stock Market ETF (ITOT, 0,03% jaarlijkse kosten) kunnen kiezen. Al deze opties beleggen breed gespreid in de Amerikaanse aandelenmarkt. Hoewel je de kostenverschillen nauwelijks zult merken, zou ik ceteris paribus de goedkoopste optie kiezen. De vraag die rijst, is dan ook waarom je toch voor VTI zou gaan, en niet voor de goedkopere SCHB. Met al deze opties zul je wel goed zitten, dus als je deze duivelse details niet wilt weten, is dit een mooi moment om dit artikel te sluiten. In de rest van dit artikel ga ik verder in op een aantal verschillen tussen VTI, SCHB en ITOT.
Spreiding
Zelf ben ik een voorstander van een zo groot mogelijke spreiding, zo ontvang je immers het rendement van de markt. Bij een verschil in spreiding tussen fondsen, kun je ook andere rendementen verwachten. Wat het rendement van deze fondsen betreft, zal het aantal aandelen waarin belegt wordt geen groot verschil maken. VTI belegt in ongeveer 3.600 aandelen, SCHB in zo’n 2.000 aandelen en ITOT in ongeveer 3.800 aandelen. De Schwab ETF heeft beduidend minder aandelen in de portefeuille dan VTI en ITOT, maar extra diversificatievoordelen worden al minimaal na een paar honderd aandelen. De aandelen die van 2.000 tot 3.800 toegevoegd worden, zullen zeer kleine aandelen zijn en dus een nog kleiner deel van de portefeuille uitmaken. De fondsen hebben alle drie ongeveer 15% van de portefeuille in de tien grootste aandelen zitten. VTI, SCHB en ITOT beleggen enkel in de Amerikaanse aandelenmarkt, dus zullen niet verschillen in toewijzing aan verschillende regio’s.
De verschillen in rendement zouden beter verklaard kunnen worden in het verschil tussen het type aandelen waar de fondsen in beleggen. Zo zijn kleine aandelen (small-caps) beweeglijker, maar bieden ze over het algemeen mede hierdoor een hoger rendement. Grote aandelen zijn daarentegen minder beweeglijk, maar bieden gemiddeld een lager rendement. Hieronder vind je in tabelvorm de verschillen in spreiding tussen aandelengroottes (bron: Morningstar.com, 14-08-2016):
Giant | Large | Medium | Small | Micro | |
VTI | 41,53% | 30,42% | 18,88% | 6,53% | 2,65% |
SCHB | 41,78% | 30,72% | 19,09% | 6,43% | 1,97% |
ITOT | 41,67% | 30,47% | 18,77% | 6,45% | 2,64% |
Als we de fondsen op basis hiervan vergelijken, zien we dat VTI en ITOT qua verdeling dicht bij elkaar komen, maar dat SCHB iets minder in kleine bedrijven belegt (dit volgt ook uit het verschil in aantal aandelen, VTI en ITOT beleggen in een paar duizend extra kleine bedrijven). Dit is uiteraard maar een momentopname, maar de verwachting hieruit is dat SCHB iets minder beweeglijk zal zijn dan de andere twee maar ook een iets lager rendement biedt (kanttekening hierbij is dat microcaps het de afgelopen jaren minder goed deden dan grote aandelen).
Vergelijking van rendement
Om qua rendementen de verschillen tussen de fondsen te tonen, vind je hieronder de rendementen per fonds en het rendement van de benchmark ernaast. Hoe dichter het rendement van het fonds bij dat van de benchmark komt, hoe beter het fonds de index volgt. De rendementen zijn overigens jaarlijkse rendementen over de afgelopen vijf jaar tot eind juli 2016 en zijn van de websites van de fondsaanbieders gehaald.
Jaarlijks rendement | Benchmark | |
VTI | 12,97% | 12,98% |
SCHB | 13,02% | 12,97% |
ITOT | 13,08% | 13,18% |
ITOT heeft overigens pas recent (eind 2015) kleine aandelen toegevoegd, heeft tot in 2012 bijvoorbeeld nog zo’n 0,20% aan kosten gehad en had tot eind 2015 nog 0,07% aan kosten, wat iets is om rekening mee te houden als je de historische rendementen vergelijkt. In 2014 en 2015 was het verschil tussen rendement en benchmark van ITOT slechts 0,07 en 0,05%; meer vergelijkbaar met dat van VTI en SCHB.
Hoe ziet dat er uiteindelijk in een grafiek uit? Nou, zo:

Andere overwegingen
In de zoektocht naar verschillen tussen de fondsen komen we tot op heden niet echt op stuitende verschillen, qua spreiding en kosten zijn de fondsen dermate gelijk dat er weinig verschil te verwachten is de komende jaren. Eigenlijk zit je met al deze drie fondsen wel goed.
Een nog niet toegelicht punt is het uitlenen van aandelen, iets wat door vrijwel elk fonds wereldwijd gedaan wordt en wat voor enkele basispunten extra rendement kan zorgen. Hierbij geldt dat kleine aandelen vanwege het kleine aanbod meer in trek zijn en een groter rendement geven dan breed verhandelde aandelen, VTI en ITOT kunnen ten opzichte van SCHB hierdoor meer rendement uit het uitlenen van aandelen verwachten (SCHB belegt namelijk minder in de kleine aandelen). De fondsaanbieders verschillen echter wel wat in hun beleid omtrent het uitlenen van aandelen, zo is Vanguard vrij defensief in haar beleid, terwijl Schwab en iShares hier meer risico in kunnen nemen. Vanguard (VTI) geeft 100% van de winst uit het uitlenen van aandelen aan het fonds terug (1), Schwab (SCHB) geeft ongeveer 90% van de winst terug (2) en iShares (ITOT) ongeveer 71,5% van de winst van het uitlenen aan de beleggers teruggeeft (3).
Waar het voorbeeld van het uitlenen van aandelen al aantoont hoe Vanguard haar beleggers als belangrijkste ziet, laat het ook zien dat Schwab en iShares ook nog rekening houden met haar eigen aandeelhouders. Het grote verschil hierin is dat Vanguard in eigendom is van de eigenaren van de fondsen; er zit dus geen conflict tussen de beleggers in de fondsen en de eigenaren van het fondshuis zelf, dat zijn immers dezelfde personen. Mede om deze reden en dat Vanguard al sinds haar start op lage kosten over al haar fondsen focust, vind ik Vanguard een betrouwbaardere keuze voor de lange termijn.
VTI wint het van SCHB vanwege de grotere spreiding. Verder verkies ik VTI boven ITOT en SCHB vanwege het naar mijn idee betere beleid omtrent het uitlenen van aandelen en omdat de bedrijfsstructuur van Vanguard mij meer aanstaat. Mogelijk triviale redenen, ik heb er namelijk vertrouwen in dat je het verschil tussen deze drie fondsen niet zou merken als je er in belegt. Indien je hier vragen of een andere motivatie voor jouw keuzes hebt, hoor ik dat graag van je!
Ik heb zelf erg weinig kennis van beleggen en alle zaken er om heen, maar omdat mijn spaarrekening maar groter en groter werd ben ik eens gaan rond neuzen om te beleggen.
Via o.a. deze blog ben ik nu voor 4 maanden plus minus 100 euro per maand VTI of VXUS te kopen.
Ik wil dit proberen toch minimaal 25-30 jaar vol te houden. Ben nu bijna 30 jaar.
Deze aankopen doe ik via degiro, hier heb ik oa een W-8BEN formulier ingevuld, is dit genoeg?
Stel ik ga dit de komende 30 jaar zo doen,en na die 30 jaar alles verkopen en dit bedrag op mijn spaarrekening zetten om b.v. eerder te stoppen met werken is dit dan een goed plan?
Ha Dirk,
Hartelijk dank voor je reactie. Goed dat je je inleest in het beleggen.
Je hoeft inderdaad niet veel meer te doen dan het invullen van het W-8BEN en de buitenlandse dividendbelasting op je jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting aangeven om ervoor te zorgen dat je niet onnodig belastingen betaalt.
In principe is je geld in aandelenfondsen stoppen een prima plan om je doelen te behalen, zeker gezien de relatief lange beleggingshorizon die je hebt. Stel je haalt 4% rendement per jaar na inflatie (percentage is een voorbeeld, natuurlijk geen enkele garantie dat het rendement die hoogte zal krijgen), dan heb je na 30 jaar maandelijks 100 euro inleg een eindkapitaal van bijna 70.000 euro, terwijl je maar 36.000 hebt ingelegd tegen die tijd. Verhoog je je inleg in de loop der tijd, wordt ook het verwachte eindkapitaal groter. Of het genoeg is voor je doel, kan ik natuurlijk niet voor je bepalen. Houd er overigens wel rekening mee dat aandelen erg volatiel kunnen zijn en ze het in zich hebben om 50% of meer te dalen. Dat risico moet je dus wel willen en kunnen lopen. Eventueel kan je een deel van je beleggingsportefeuille in obligaties of toch in de spaarrekening stoppen om zo minder risico te nemen.
Vriendelijke groet,
Mick
Mick, een klein vraagje. Is het effect van securities lending verwerkt in de rendementsgrafieken van Morningstar denk je?
Ik vraag me af hoe je het verschil kan kwantificeren, zoals je ook bij dividendlekkage of portfolio turnover een TER opslag kan berekenen
Ha Sam,
Het effect van securities lending komt terug in de koers van een fonds. In de rendementsgrafieken van Morningstar zit dat effect dus ook verwerkt. De daadwerkelijke (netto) opbrengst van het uitlenen van aandelen kun je waarschijnlijk het beste in jaarverslagen terugvinden.
Vanguard rapporteert in het jaarverslag van de VTI ETF over 2015 dat de securities lending income op de winst- en verliesrekening (statement of operations) de netto opbrengst betreft. Een opbrengst van $95.010.000,- op een vermogen van 400.651.057.000,- is zo’n 0,023%, een paar basispunten dus. Veel meer dan een paar basispunten moet je niet verwachten, zeker bij liquide aandelen en met het behoudende securities lending beleid van Vanguard. Minder liquide markten zouden als het goed is ook hogere opbrengsten moeten kennen, maar heb ik nog niet gecheckt.
Hoop dat je hier verder mee kunt.
Groet, Mick
ah, goed om te weten! Als ITOT een vergelijkbare opbrengsten heeft van security lending en zij maar 70% daarvan laten terug vloeien naar de beleggers, dan zou je een opslag van 0,3 * 0,023 kunnen rekenen t.o.v. VTI.
De turnover rate van ITOT is ook wat hoger. Ik schat zo’n 2% hoger dan VTI (als de opvallende uitschieter van 2016 even negeer). Dat levert een opslag in van 2 * 0,008%
Als alle andere dingen gelijk zijn, dan zou je kunnen stellen dat ITOT 0,023 meer verborgen kosten heeft dan VTI. Kortom, (net) iets meer dan het verschil in TER tussen ITOT en VTI
Ha Sam,
Ja 0,7*0,023 dan, als ze 70% laten terugvloeien naar de beleggers, dan wordt het verschil al wat groter. In de in het stuk hierboven gelinkte presentatie staat ook 71,5-80% van de netto opbrengsten. Ook lenen andere partijen dan Vanguard meer uit (en lopen ze hiermee dus meer risico), dus zijn de opbrengsten mogelijk ook groter. Verder ben ik het overigens eens met je analyse, je benadert het op een prima manier en vind het ook goed (maar mogelijk niet significant/veelzeggend om in de details te duiken).
Groet, Mick
ja, is behoorlijk wat achter de komma geneuzel. Laten we zeggen, ik doe een eer aan de titel van deze blog post 😉
Sinds gisteren heb ik ook wat ACTIAM aandelen gekocht, dus kan de komende tijd deze mooi benchmarken tegenover het rendement van VTI/VXUS. Maar kijken wat er in de praktijk van de verschillen merkbaar is!
Wederom dank voor je snelle en uitgebreide reactie. Het dividendlek ben ik bekend mee en neem ik ook zeker mee in mijn overwegingen (heb je artikel hierover ook gelezen). Zoals elders al een keer gepost neig ik toch sterk naar Think ETF’s, maar daar moet ik nog heel wat uitzoek werk voor verrichten alvorens ik het daadwerkelijk doe. Ik denk in ieder geval dat de lopende kosten acceptabel zijn van 0,15% tot 0,30% (met 2 uitzonderingen op 0,35% en 0,38%).
Hoi MMF,
Op zich een prima keuze, kosten zijn inderdaad acceptabel (ookal kunnen ze dus lager). Hoofdzakelijk punt wat me bij ThinkETF’s tegenstaat is de spreiding. Waar ik met VTI en VXUS in bijna 10.000 bedrijven wereldwijd beleg, heeft bijvoorbeeld het Think Global Equity UCITS ETF maar zo’n 250 aandelen in het fonds zitten (en gelijkgewogen, wat ik niet al te logisch vind).
Maar goed, in overeenstemming met het artikel hierboven kunnen die punten prima als details gezien worden. Hoofdzakelijk zijn de fondsen van Think dik in orde en de punten die ik noem zijn mogelijk ook meer een mening dan een feit.
Groet, Mick
Hoi Mick,
In al je stukken lees ik dat je in VTI en VXUS zit. Je bent hier duidelijk van overtuigd en blijft dit ook wel zo doen. Waarom zouden anderen, lees ik, niet ook gewoon hetzelfde doen dan? Uiteindelijk gaat het de meesten om vermogensgroei.
Groet,
MMF
Ha MMF,
Dank voor je bericht. Het klopt inderdaad dat ik in VTI en VXUS beleg en daar ook zeer over te spreken ben. Ik vind Vanguard een mooi bedrijf en met deze fondsen beleg ik zeer breed gespreid tegen lage kosten. Hier in het stuk hierboven vind je wat andere fondsen die ik aantrekkelijk vind en concurreren met de fondsen van Vanguard waar ik in beleg. Zaken als de bedrijfsfilosofie van Vanguard en het beleid omtrent uitlenen van aandelen zijn de details die me voor Vanguard doen kiezen, voor iemand anders kan een ander punt doorslaggevend zijn.
Een reden waarom je niet voor in de VS gevestigde ETF’s zou willen kiezen, kan zijn dat je nog geen vermogensrendementsheffing betaald. De 15% Amerikaanse dividendbelasting kun je dan niet verrekenen met de belasting die je in Nederland betaalt, wat bij 2% dividend op een dividendlek van 0,30% uitkomt. Dat kan dus heviger wegen dan de kosten van de fondsen waar je in belegt. Mogelijk zijn in zo’n geval Nederlandse indexfondsen interessanter. Verder kan je natuurlijk ook een andere mening over beleggen hebben dan ik (bijvoorbeeld over het brede spreiden of het niet specifiek duurzaam beleggen), waardoor je een andere keuze zou maken.
Maar in principe denk ik dat breed gespreide indexfondsen voor 99% van de mensen een goede keuze is.
Groet, Mick
Het antwoord inmiddels gevonden. De omschrijving van de VT etf op de Vanguard website geeft aan dat, naast andere factoren, de index die wordt getracked “market-capitalization weighted” is.Heb me nooit gerealiseerd dat dit zo skewed is richting de US.
Mvg,
Jeroen
Beste Jeroen,
Dank voor je reacties, goed om te horen dat je wat aan de blog hebt! Het klopt inderdaad dat de wereldwijde aandelenmarkt in vergelijking tot bijvoorbeeld BBP (GDP) een flinke toewijzing heeft aan de VS.
Op de lange termijn bewegen de aandelenmarkten mee met de economische ontwikkelingen, echter is die link op kortere termijn niet per se zichtbaar. Houd er rekening mee dat de aandelenmarkten alleen beursgenoteerde bedrijven bevatten. Duitsland heeft bijvoorbeeld relatief veel familiebedrijven en is daardoor in vergelijking met het BBP relatief onderwogen in de wereldwijde aandelenmarkt. Zelfde geldt voor landen waar een hoop bedrijven (deels) staatseigendom zijn.
Hiernaast opereren veel beursgenoteerde bedrijven wereldwijd. Apple kan zo bijvoorbeeld bijdragen aan het BBP van een land waar het niet zelf gevestigd is, maar zelf van de winsten profiteren (in plaats van dat dat naar lokale bedrijven gaat). Op termijn kan het dus zo zijn dat bijvoorbeeld de beursgenoteerde bedrijven in de VS het meest profiteren van een verbetering van de productiviteit in Afrika.
Door bijvoorbeeld in VT te beleggen, investeer je in bedrijven wereldwijd van alle groottes volgens de weging die de markt dat aandeel in die bedrijven geeft, mits deze voldoende verhandelbaar zijn. Dat laatste punt lijkt me dus lastig voor private bedrijven of staatsbedrijven, dus hoop ik middels indexbeleggen een toewijzing te hebben aan de winstgevendheid van bedrijven wereldwijd.
Hartelijke groet,
Mick
Beste Mick,
Ten eerste dank voor de blog, heeft me zeker geholpen om m’n kennis bij te spijkeren en ik overweeg een vergelijkbare strategie.
U geeft aan uw twee etf’s (VTI en vxus) aan te kopen in dezelfde verhouding als de Vt etf. Dit betekent 55% VS en 45% internationaal.
Als leek lijkt dit niet in verhouding tot de wereldeconomie. Bijvoorbeeld gdp us is 18.000.000 mln en china&japan&duitsland ook ( Wereldbank, 2015). Mis ik iets belangrijks? Bijvoorbeeld verhoudingen van grote bedrijven?
Mocht de redenatie stand houden, zou het dan niet logischer zijn om, ondanks de hogere ER, een hoger percentage non-VS etf te hanteren?
Hieraan gerelateerd ben ik ook een aantal andere etf’s aan het bekijken, die wellicht een betere spreiding geven (geografisch en/of naar grootte Vd bedrijven), met een er <0,5%.
Mvg,
Jeroen
Via Lynx mailtje kreeg ik de tip dat er een mutual funds was met lagere kosten. Even ingedoken en bleek ITOT te zijn. Voordeel zou voor mij 0,1% in kosten zijn. Natuurlijk eerst even op jou site gaan kijken of je hier ook mee bezig was. Antwoord meteen klaar, danku ;). Vond overstappen qua kosten al niet de moeite maar blijf nu zeker bij vanguard.
Beste Mick,
Een burtale set aan vragen: welke periodieke bedragen investeer je in een indexfonds (zoals VTI bv.) en waarom dat specifieke bedrag? Beleg je vervolgens met het doel a) oudedagvoorziening of bv. b) doelsparen (bv. een nieuwe auto/keuken enz.)? Hoe vaak verkoop je – als je bv. b) antwoordde – tussentijds?
Het is niet dat ik mijn strategie erop zou baseren, maar ik ben gewoon nieuwsgierig hoe iemand met jouw kennis/kunde/strategie (wat ik uit je blogs haal) dit aanvliegt.
Ha JaK,
Hartelijk dank voor je reactie en de goede vragen! De precieze bedragen zijn niet heel relevant, deze zullen immers per persoon/huishouden verschillen (denk aan inkomen, spaarratio, e.d.). Uiteraard geef ik je wel graag wat inzicht in mijn aanpak.
Het liefst beleg ik zodra ik geld beschikbaar is, zo kan het geld immers het langst renderen en ik geloof niet dat de in- of uitstapmomenten te timen zijn. Wel houd ik rekening met de kosten die ik bij mijn broker kwijt ben voor transacties. Als vuistregel heb ik hierbij gesteld dat ik niet meer dan 0,50% aan kosten kwijt wil zijn per inleg. Dat percentage is wat uit de lucht gegrepen, maar vind ik acceptabel en niet te schadelijk op de lange termijn. Bij Lynx ben ik voor één valutatransactie en twee ETF transacties (voor VTI en VXUS) minstens 14 dollar kwijt. Dit houdt in dat ik minstens 2.800 dollar (+-2.500 euro bij de huidige wisselkoers) zou sparen voordat ik ga handelen. Komt erop neer dat ik meestal dus maar eens per kwartaal mijn transacties doe (liefst net na ontvangen van dividend zodat ik dat direct herbeleg).
Het doel voor mijn beleggingen is financiële onafhankelijkheid, dus het kunnen leven van mijn beleggingen. Als ik dan met pensioen zou willen, zou ik dat in ieder geval financieel kunnen trekken. Verder heb ik geen doelen op de lange termijn (>10 jaar). Voor doelen op de korte termijn, zoals een vakantie of renovatie, spaar ik omdat ik niet het risico wil lopen om de doelen niet binnen de gewenste korte termijn te behalen door tegenvallende beleggingsresultaten. Ik doe dus geen verkooptransacties tenzij ik zou moeten herbalanceren, voorlopig is dat door regelmatige toevoegingen echter niet nodig geweest.
Hoop dat je hier iets aan hebt!
Vriendelijke groet,
Mick
“Brutale” moest het zijn natuurlijk. Wederom dank voor het delen van je inzichten. Ik ben weliswaar maar ‘gewoon begonnen’ met het ETF beleggen, maar mis natuurlijk nog het fingerspitzegefühl. Dit soort praktische zaken, helpen mij.
interessante post trouwens, om een groter gedeelte in CD te houden en maar een klein deel in obligaties voor het herbalanceren (niet dat ik met dat laatste nu veel mee bezig ben, maar goed om te weten)
Ja, bij het stellen van de vraag had ik me al bedacht dat er waarschijnlijk (helaas) geen mooie wetmatigheid was welke beter presteert. Dat zou het beleggen te eenvoudig maken 😉
Hoe kan ik de 5-jaars obligaties vergelijken met de 5-jarige deposito’s? Welke bronnen gebruik je hiervoor en naar welke indicator moet ik dan kijken (yield, yield-to-maturity, etc)? Dan kan ik het van tijd tot tijd inderdaad zelf vinger aan de pols houden
Je kunt bijvoorbeeld deze link gebruiken om de yield to maturity van Nederlandse staatsobligaties voor verschillende looptijden te vinden, wat het jaarlijkse rendement is als je de obligatie op deze prijs koopt en tot de einddatum aanhoudt, de ontvangen rente herbelegt in de obligatie, de rente in de markt niet wijzigt, de obligatie niet tussentijds afgelost wordt en de aanbieder (NLse staat) niet failliet gaat.
Groet, Mick
Thanks!